In gesprek met...

Importeur Olympic Fruit: “Wil je onrechtvrij eten? Bouw dan je eigen systeem”

Aangenaam, mijn naam is Maurice van der Spek. Ik ben op zoek naar de makers van ons eten. Door ons eten te kopen in de supermarkt weten we niet langer wie ervoor werken. Dus trek ik erop uit. Wie zijn de mensen achter de producten die we iedere dag consumeren? Dat ontdek je op opzoeknaardemakers.nl.

David van den Heuvel is een van de jongste telgen van de familie Van den Heuvel, eigenaren van importeur Olympic Fruit. Hij is gepokt en gemazeld in het bedrijf en geeft een openhartig inkijkje in de wereld van fruitimport. Én is niet vies van het eerlijke verhaal: “Als je better safe than sorry wilt zijn over onrecht in je eten, creëer dan je eigen voedselsysteem.”

Dit is de elfde aflevering van mijn zoektocht. Naar het overzicht.

In het kort

Importeur David van den Heuvel kan niet garanderen dat er geen arbeidsuitbuiting plaatsvindt bij de meer dan 100 leveranciers waar Olympic Fruit zaken mee doet. Binnen de contouren van ons economische systeem kan ik dat ook niet van hem verwachten, stelt hij. Als ik een waterdichte garantie op een schoon geweten wil, moet ik het heft in eigen hand nemen en lokaal gaan eten.

Het is een mistige donderdagochtend in december als ik treinend aankom in Barendrecht. Hoewel de mist me het zicht grotendeels ontneemt, heb ik vrij snel door dat mijn reis me niet naar het meest idyllische stukje van Nederland bracht. Een spoorbaan, het ononderbroken suizen van de A15 op de achtergrond en een massaal, uitgestrekt industrieterrein. Ik ben hier, samen met Nanette, naartoe gekomen voor een ontmoeting met David van den Heuvel, een van de jongste telgen van de familie Van den Heuvel, eigenaren van Olympic Fruit.

Ik vind het belangrijk om mijn zoektocht samen met jou te ondernemen: samen ontdekken we meer dan ik alleen. Ik hoor dus graag van je onder dit artikel, maar je kunt ook mee naar een interview. Zo neem ik deze keer Nanette op sleeptouw; verderop introduceert ze zichzelf.

In gesprek met David van den Heuvel (l)

David staat ons al, met fiets in de hand, op te wachten als we de stationstrap af komen lopen. David woont om de hoek en ook Olympic Fruit is nog geen halve kilometer verderop. Een week voor het interview leverde David zijn badge in en trad hij uit dienst bij de firma. “Er zit te veel ondernemersbloed in mij. Ik heb hier een goed contract en ben gepokt en gemazeld in dit bedrijf. Ik voel me hier thuis. Maar als ik nu niet voor mezelf begin, wanneer dan wel?”

David is niet de eerste in de familie van wie een ondernemersgeest bezit neemt.

Davids besluit ligt in de lijn van zijn opleiding International Business & Entrepreneurship. Hij is niet de eerste in de familie van wie een ondernemersgeest bezit neemt. Opa van den Heuvel, geboren in 1907 en overleden in 2002, stond voor dag en douw op om groente en fruit te kopen op de veiling van Barendrecht. Dagelijks ritte hij die te paard en te wagen naar de grossiersmarkt van Rotterdam Noord, alwaar hij winkeliers bediende. “In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw groeide de vraag naar groenten en fruit van buiten het seizoen”, zegt David. “Groeide een bloemkool niet meer in Nederland, dan deed ‘ie dat nog wel in Italië. Daar is het Barendrechtse veilingsterrein groot mee geworden.”

Verreweg de meeste Nederlanders hebben meer dan genoeg te eten. De makers van dat eten echter kunnen vaak maar net aan rondkomen. Of net niet. Of helemaal niet.

Ik vind dat niet oké: eten is één van onze belangrijkste levensbehoeften en daarmee eigenlijk veel belangrijker – en waardevoller – dan veel van de dingen waar in onze samenleving geld mee wordt verdiend.

Eten zou een goed salaris moeten opleveren voor de makers ervan.

Daarom ben ik op zoek: hoe kunnen we de economie zo inrichten dat een eerlijke prijs voor de makers regel wordt?

Ik nodig je van harte uit om met me mee te zoeken, om je vragen te stellen en om je kijk te delen op een eerlijke waardering van de makers van ons eten. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan onder dit artikel.

Nadat opa Van den Heuvel met pensioen ging was het vader Thijs die Olympic Fruit oprichtte in 2001, en nu staan we te praten met David. Bij de koffieautomaat van het bedrijf, tegenover een gigantische wallpaper die de velden van een toeleverancier afbeeldt. De ‘farm’ van Aat Hoekstra, verhaalt David, die er in persoon op bezoek ging. “Van oorsprong een Nederlander die op de boot naar Zuid-Afrika stapte om werk te zoeken. Aldaar nam hij het bedrijf van een druiventeler over en wist de onderneming uit te bouwen tot een in de groothandel wereldberoemde naam, Hoekstra druiven.”

Gladiatorengevecht

Met koffie in de hand lopen we verder naar een modern ogende vergaderruimte. Maar voor koffie, wallpapers en de geschiedenis van Barendrecht zijn we natuurlijk niet in de eerste plaats gekomen. Ik vraag David of ik ervan uit kan gaan dat ik de makers van mijn eten eerlijk waardeer wanneer ik boodschappen doe bij de supermarkt. “Nee”, is zijn stellige antwoord. “Als het aankomt op de behandeling van mensen mag je nooit op je lauweren rusten. Wij leggen de verbinding tussen boer en retailer. Precies daar, middenin de keten, moeten wij ons mannetje staan. De macht is ongelijk verdeeld en zowel kopers als verkopers organiseren zich om invloed uit te oefenen. Maar ook een seizoen van overvloed kan resulteren in slechte prijzen.”

Bij David verwachtte ik één bedrijf te treffen dat in één bedrijfspand fruit verhandelt. De werkelijkheid blijkt anders in elkaar te steken. Hoe dat precies zit, lees je hier.

Olympic Fruit verkoopt haar netwerk: om altijd fruit van goede kwaliteit te kunnen leveren koopt het bedrijf wereldwijd in bij meer dan 100 leveranciers en verkoopt, met name in Nederland maar ook over de grens, datzelfde fruit aan supermarktketens en groothandelaren die zelf niet kunnen of willen inkopen bij zoveel verschillende leveranciers. Daarnaast voerde Olympic Fruit tot 2018 ook de fysieke bewegingen uit: koeling, overslag, ompakken en vervoer. David vertelt dat in dat jaar de in- en verkoop aan de ene kant, en de logistiek aan de andere kant, uit elkaar werden getrokken en Fresh Pack Logistics in het leven werd geroepen.

“Onder andere prijsdruk maakt dat wij steeds efficiënter moeten werken om te kunnen overleven. In de tweede helft van de jaren nul raakten supermarkten met elkaar in een prijzenslag verwikkeld. Een aantal supermarkten verdween en anderen werden overgenomen. Doordat er bij minder supermarkten meer macht kwam te liggen, nam de druk op de verkoopprijs hand over hand toe. Door ons bedrijf op te splitsen in meerdere onderdelen die hun eigen broek moeten ophouden, kunnen we efficiënter werken en ons verweren tegen die prijsdruk.”

Zo draagt het distributiecentrum nu het logo Fresh Pack Logistics en huurt Olympic Fruit er, samen met een aantal andere importeurs, bedrijfsruimte. Binnen de Nederlandse fruithandel is Olympic Fruit met zo’n 20 werknemers en in 2018 een omzet van 62 miljoen euro, een speler van middelgroot formaat.

Met ongelijk verdeelde macht doelt David op de inkoopmacht van Albert Heijn, Jumbo en Superunie (de inkoper achter alle kleinere supermarkten zoals Plus, Hoogvliet en Spar), Aldi en Lidl. Omdat toeleveranciers hun producten nog maar bij vijf inkooporganisaties kwijtkunnen (als ze de gemiddelde consument willen bereiken) maakt dat hen kwetsbaar. Z zoekt uit geeft in drie minuten een goed beeld van die scheve machtsverhoudingen in de Nederlandse voedselketen:

David: “Door hun inkoopmacht kunnen supermarkten ons dwingen een seizoen lang fruit te leveren tegen prijzen die een half jaar van tevoren werden afgesproken. Ondertussen kan er tijdens zo’n seizoen van alles gebeuren. Als een leverancier twee stormen te verduren krijgt levert de oogst veel minder op. Toch verplicht de eerdere afspraak ons dan om, op eigen kosten, van een andere leverancier bij te kopen en zo te compenseren voor de stormschade. Want we moeten naar afspraak leveren. Natuurlijk treden er in zo’n geval clausules in werking die de financiële pijn verzachten. Maar pijn doet het. En wij zijn het, samen met onze leveranciers, die de pijn als eerste voelen – niet de supermarkt.”

Faillissement Quality Queen december 2019

Precies deze dynamiek werd importeur Quality Queen uit Maasland, dat in december 2019 failliet ging, fataal. Twee jaar van slechte oogsten in de paprikateelt leidden tot “enorme verliezen” bij het bedrijf. Omdat de verkoopprijzen vooraf waren vastgelegd bij de Engelse supermarkten die het beleverde, moest het bedrijf extra paprika’s inkopen. Deze extra kosten kon het niet doorberekenen. Zeker 17 werknemers bij de verkoopafdeling en zo’n 200 inleenkrachten verloren hun baan. Mogelijk dat de verkoop van andere onderdelen van het bedrijf het ontslag van nog eens 20 werknemers betekent.

“Retailers weten dat leveranciers elkaar de tent uit vechten om hen te kunnen beleveren. Gezien vanuit een individueel bedrijf is het irrationeel om mee te doen aan zo’n gladiatorengevecht. Je gaat risico’s nemen die niet verantwoord zijn. Voor jezelf niet, en voor je teler niet. Maar je wilt je positie behouden in de markt. En dus blijf je meedoen.”

Makkelijk geld verdienen?

De rondleiding die David geeft doet me denken dat er, ondanks de macht van de supermarkten, goed geld wordt verdient bij Olympic Fruit. Ik tref een groot terrein, sprankelend bedrijfspand, succesvolle uitstraling. Ik denk terug aan de 40-jaar-oude-stal van melkveehouders John en Sjanie Eijkelenboom die wegens een gebrek aan financiering niet vervangen kon worden.

David echter stelt dat hoe een bedrijf er aan de buitenkant uitziet, te gissen laat wat er in de kas zit. David: “We zitten koffie te drinken in het gebouw van Fresh Pack Logistics. Maar dat zegt niets over Olympic Fruit – Olympic Fruit huurt enkel bedrijfsruimte van Fresh Pack Logistics. Is het als fruithandelaar makkelijk geld verdienen? Écht niet. In onze markt concentreert de macht zich bij de retailers, die hun onafhankelijkheid willen bewaken. Daarom vertonen ze shoppersgedrag. Om risico te spreiden kopen ze niet maar bij één partij in. Dit resulteert in een onzekere dynamiek voor partijen als de onze.”

Grofweg kent de fruithandel drie verdienmodellen, vertelt David. De eerste is het contractuele model. Een importeur mag een retailer een seizoen lang beleveren in een bepaalde productcategorie – bijvoorbeeld citrus – tegen een prijs die van tevoren wordt afgesproken.

Dan is er de vrije verkoop. Als importeur koop je, gedurende de hele oogstperiode, bij je teler een vooraf afgesproken hoeveelheid in. Dat fruit verkoop je weer aan supermarkten – die het kunnen inzetten als tijdelijke promotie – aan groothandelaren of in de vrije handel. Deze vorm wordt afgerekend per opgebrachte partij, waarbij variabelen zoals kwaliteitsklassering, verpakkingssoort, variëteit en de balans tussen vraag en aanbod de prijs bepalen.

Ten slotte heb je het pure handelsvak – wat ook wel speculatie heet. Bijvoorbeeld: David weet dat een klant over twee weken mango’s nodig heeft. Ondertussen hoort hij in zijn netwerk dat de oogsten tegen zijn gevallen. Aangeboden hoeveelheden dalen en de prijzen stijgen. In zo’n geval kan hij ervoor kiezen om vandaag een prijsafspraak te maken met een teler. Hij zet de prijs van fruit dat hij over twee weken afneemt vandaag vast. Als hij dat doet, wordt het de komende twee weken spannend. Zet de trend door en blijven de prijzen stijgen? Dan zit David gebakken. Zijn inkoopprijs is de prijs die hij twee weken geleden afsprak en de verkoopprijs is ver boven de inkoopprijs uitgestegen. Echter het omgekeerde kan ook gebeuren. In zo’n geval verplicht een gekelderde prijs David om zijn waar onder de inkoopprijs te verkopen – hij had immers al een prijsafspraak gemaakt met zijn leverancier.

“Speculeren kan heel hard gaan”, weet David uit ervaring. “Maar gaat op de lange termijn vaak ten koste van een waardevolle relatie. Als je een klant belevert voor €5 per doos, je je teler maar €2,50 voor die doos betaalt en je een vrachtwagen met 5000 dozen doorzet, steek je €12.500 in je zak. Een-op-een voor jou, zo op je rekening.”

David deelt dat Olympic Fruit ongeveer de helft van haar omzet verdient met contracten. Nog eens 45 procent komt uit de vrije verkoop en niet meer dan 5 procent wordt verdiend met speculatie. Een “mix” die afsteekt tegen andere partijen, vertelt David, merkbaar trots op Olympic Fruit. “Wij zijn niet zulke cowboys. Wij willen bouwen aan langetermijnrelaties met onze leveranciers én klanten. We zijn er niet om ze uit te knijpen.”

Zoals gezegd creëert de macht die bij supermarkten is komen te liggen veel druk bij leveranciers. David: “Het komt voor dat je een klant een seizoensaanbieding doet, maar je concurrent eenzelfde product een euro goedkoper kan leveren. Je mag je prijs dan berekend hebben vanuit je netwerk en je manier van werken – simpelweg wat jij nodig hebt om dat product te kunnen leveren – als je concurrent het net goedkoper kan is je klant weg. Dan kun je hoog of laag springen met een divers aanbod, een kloppende planning en alle sociaal-maatschappelijke stempels. ‘Dat is interessant meneer’, krijg je dan te horen, ‘maar die andere partij is goedkoper en is ook goed.’”

Samen met Nanette "op de vloer", zoals David het noemt

Maakt dat Olympic Fruit een slachtoffer, ben ik benieuwd. David vindt van niet. “We kiezen er zelf voor om dit spel te spelen. Het staat ons vrij het spel niet te spelen, of een ander spel te spelen. Zolang we dat niet doen, is meedoen in deze markt een keuze waar we zelf verantwoordelijk voor zijn.”

Too big to fail

Tegelijkertijd laat de proactieve houding die David etaleert onverlet dat hij ons later in het gesprek ook een andere kant van zijn denken laat zien. “Nederlanders betalen onrealistische prijzen voor hun eten. We zijn de prijskopers van Noordwest-Europa. Het risico daarvan – dat telers op termijn niet meer aan Nederland willen leveren omdat ze in Maleisië of Canada een betere prijs kunnen krijgen – komt bij de handelaar te liggen. Wat lage prijzen óók zeggen, is dat te veel handelaren importeren zonder te weten waar ze hun producten kunnen verkopen. Olympic Fruit koopt in op basis van contracten en koopt daar wel wat extra bij in, maar niet zoveel dat we op momenten de markt moeten overspoelen.”

op zoek naar de makers

Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Waar te lage prijzen in uitmonden, ziet David, is consolidatiedrang, ook in de tussenhandel. “Zo’n grote retailer kan voor een partij als de onze too big to fail worden. Als je klant overstapt naar een andere leverancier ben je gezien. En dat kan zomaar gebeuren, garanties zijn er niet. Partijen als de onze moeten groter worden om bij deze prijsdruk te kunnen overleven. Dat is waar het naartoe gaat.”

Op zoek samen met: Nanette

Nanette zoekt mee naar een eerlijke waardering van de makers van ons eten. Waarom?

“Ik ben geïnteresseerd in de vraag waar mijn eten vandaan komt. Worden degenen die het maken en verhandelen eerlijk behandeld? Ik vind het ontzettend interessant om eens deel uit te maken van de zoektocht naar een antwoord op die vraag.”

Mijn zoektocht onderneem ik het liefst samen met jou: samen ontdekken we meer dan ik alleen. Ik hoor dus graag van je onder dit artikel, maar je kunt ook mee naar een interview. Interesse? Meld je aan via onderstaande button:

De belangstelling van Nanette om deel te nemen aan de zoektocht naar een eerlijke waardering van de makers van ons eten, komt niet uit de lucht vallen. Ze werkt bij koffie- en theespeciaalzaak Simon Lévelt en schetst hoe de tussenhandel er in haar eigen sector uitziet. Nanette: “Een probleem in de koffiewereld is dat er door een groot aantal tussenhandelaren weinig geld overblijft voor de boeren. Vooral in de ketens van multinationals zie je dit gebeuren. De keten is te lang en daardoor inefficiënt. Directe handel tussen de eindgebruiker en de boer kan hier een oplossing voor zijn. Is het inkomen van de teler net zo’n uitdaging in de fruitsector?”

David (l) en Nanette (r)

David: “Voor mij klinken meerdere tussenhandelaren als inefficiëntie ten top. Dat ontstaat wellicht doordat je een koffieboon langer kunt bewaren dan een aardbei. Alleen als we bij Olympic Fruit goed zijn ingespeeld op onze telers kunnen we onze producten zo snel mogelijk in de schappen van onze klanten krijgen. Wat maakt dat de relatie met onze telers hoofdzaak is. We komen er persoonlijk over de vloer en bouwen actief aan het onderling vertrouwen.”

Een boekje open

David: “Daar moet ik wel bij zeggen dat die relatie zich beperkt tot de top van de bedrijven waar we mee samenwerken. Doorgaans grootschalige telers, coöperaties en exporteurs die op hun beurt weer vele honderden werknemers of kleine boeren voor zich aan het werk hebben.”

Tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrikaanse leverancier van tafeldruiven Aat Hoekstra, informeerde David dan ook naar diens relatie met zijn werknemers. Geen overbodige vraag, gezien de zogeheten ‘plaasmoorde’: aanvallen op blanke boeren met een soms dodelijke afloop. David: “Toen ik vroeg of hij zich wel eens bedreigd voelt, vertelde hij dat zijn personeel nooit één dag had gestaakt en zijn poort altijd open staat. Dat zegt iets over hoe hij wordt gezien en hoe hij met zijn werknemers omgaat.”

Alhoewel plaasmoorde zich tot een dusdanig probleem ontwikkelden dat het fenomeen meerdere malen internationaal in het nieuws kwam, moeten de moorden worden gezien in de context van het extreem gewelddadige Zuid-Afrika. Het aantal plaasmoorde lag tussen 1 april 2017 en 31 maart 2018 (het Zuid-Afrikaans boekjaar) lager dan 2 per 100.000 inwoners, ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 36 moorden per 100.000 inwoners in diezelfde periode. Nederland kent een moordcijfer van 1 per 100.000 inwoners. Zowel het totaal aantal boerderijaanvallen (564 in 2017/2018) als die met een dodelijke afloop (62 in 2017/2018) daalt sinds de eeuwwisseling. (Zie dit artikel voor een toelichting op de berekeningen achter deze cijfers.)

Ik kan het waarderen dat David een boekje opendoet over de relatie met zijn leveranciers en de relaties die zij weer met hun werknemers hebben. Toch vraag ik nog even door. Midden 2018 publiceerde Oxfam Novib namelijk een rapport over uitbuiting van werkers in de ketens van onder andere Nederlandse supermarkten, nota bene onder plukkers van druiven op Zuid-Afrikaanse druivenplantages.

op zoek naar de makers

Mijn zoektochten voor je op een rijtje:

Hongerlijden

Van de 101 vrouwen die voor het rapport werden ondervraagd op Zuid-Afrikaanse druivenplantages, gaf 90 procent aan onvoldoende gegeten te hebben in de maand ervoor. Bijna een derde van de vrouwen zei dat zijzelf of een familielid in diezelfde periode meer dan eens met honger waren gaan slapen. Ik vind het heftig om te bedenken dat sommige van de mensen die mijn eten maken, zelf hongerlijden. Herken je dit onrecht als onderdeel van het systeem, vraag ik David.

Van de 101 vrouwen die namens Oxfam Novib werden ondervraagd op Zuid-Afrikaanse druivenplantages, gaf 90 procent aan onvoldoende gegeten te hebben in de maand ervoor.

David: “Dat vind ik lastig. Onze druiven komen van over de hele wereld. Hebben we op elk veld gestaan? Kennen we alle werknemers van de boeren en telers waar we zaken mee doen? Absoluut niet. Van de 100 telers waar we mee werken zitten er misschien wel tien tussen die hun zaakjes niet op orde hebben. Zonder dat wij het weten. En dat kunnen we ook niet. Dat bestaat gewoon niet. Het is niet dat je je verantwoordelijkheid niet wilt nemen, maar je krijgt het simpelweg niet waterdicht.”

Lees hier het 120-pagina’s-tellende-rapport van Oxfam Novib. Tip: voer als zoekterm ‘grape’ in en lees alleen hetgeen te maken heeft met de plukkers van druiven op Zuid-Afrikaanse plantages.

Ripe for Change: Ending human suffering in supermarket supply chains

“Daar komt bij dat de telers, coöperaties en exporteurs waar wij zaken mee doen partijen van formaat zijn. Die hebben net als wij de verantwoordelijkheid om hun onafhankelijkheid te bewaken door niet met een of enkele partijen zaken te doen, maar met een verscheidenheid aan klanten. Druiven alleen maar naar Nederland sturen – waar een doos 10 oplevert terwijl Maleisië er 12 en Canada er 12,50 voor betaalt – zou dom zijn. Telers hoeven niet te exporteren naar Nederland – ze zijn vrij om te kiezen waar ze hun producten afzetten.”

Waardeer je mijn werk?

Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…

…of deel mijn zoektocht:

Voor dit artikel is door niemand betaald. Zo werk ik onafhankelijk van wiens belang dan ook. Echter mijn tijd is geld waard. Journalistieke makers staan, net als andere makers, financieel onder druk. Daarom leg ik de bal bij jou. Waardeer je mijn werk? Doe dan een duit in het zakje. 

“Wat ik me wél kan voorstellen is dat een uitdaging van een hele andere orde, namelijk droogte, ervoor kan zorgen dat eerlijke betaling van werknemers onder druk komt te staan. Door klimaatverandering verliezen we in hoog tempo wereldwijd gigantische hoeveelheden vruchtbare grond, wat het cultiveren van de resterende grond steeds kostbaarder maakt voor telers.”

Naar aanleiding van onderzoek dat het Planbureau voor de Leefomgeving uitvoerde in opdracht van de Verenigde Naties, schrijft NRC dat we in 2050 heel wat meer van de aarde zullen vragen dan nu. Tegelijkertijd leidt het beheer van landbouwgrond wereldwijd tot een achteruitgang van de kwaliteit van bodems, en zal de vraag naar extra landbouwgrond waarschijnlijk verder toenemen.

Wil je meer weten over landdegradatie? Bekijk dan ook eens de website van the United Nations Convention to Combat Desertification en de TED talk van Allan Savory.

“Door de manier waarop we in veel delen van de wereld gewend zijn geraakt landbouw te bedrijven, verarmen we de grond. Ook fruittelers doen dat. Daarnaast kun je stellen dat een mango van Peru naar Nederland vliegen nou niet bepaald duurzaam is.

Tegelijkertijd kent exotisch fruit ook veel voordelen. Zo helpt het je bijvoorbeeld aan je weerstand werken, ook in de winter. En laten we wel wezen: het grootste deel van het fruit dat Olympic Fruit importeert komt van relatief dichtbij, uit landen als Spanje, Italië en Griekenland.

Ik plaats fruitimport dan ook in een bredere context. 83 procent van de wereldwijd beschikbare landbouwgrond wordt gebruikt voor vee. Laten we dat eerst eens bestrijden.”

Better safe than sorry

“Als je better safe than sorry wilt zijn moet je als consument zelf een systeem creëren. Dan moet je lokaal gaan eten. Maar kom mij dan niet middenin de winter om een galiameloen vragen omdat je die, omwikkeld in een stukje ham, per se bij je kerstdiner wilt uitserveren. Want die meloen is er dan gewoon even niet.”

“Wij handelen simpelweg naar de vraag uit de markt, en die vraag blijft op peil. We zeggen allemaal dat we lokaler willen eten, maar bij Olympic Fruit merken we daar helemaal niets van in de cijfers!”

“We zeggen allemaal dat we lokaler willen eten, maar bij Olympic Fruit merken we daar helemaal niets van in de cijfers!”

Al met al hoopt David dat we vandaag de deur uit lopen met een goed gevoel over Olympic Fruit. “Ik hoop dat je je afvraagt wie onze klanten zijn en dat je bij die supermarkten je fruit gaat kopen. Dat is vertrouwen. En dat is waar deze hele sector op draait.”

Foto’s: Maurice van der Spek