Met zijn bedrijf Green Banana Food maakt Sean Patrick iets waar ik nog nooit van had gehoord. Hij vermaalt groene bananen uit Oeganda tot bloem, waar hij – eenmaal in Nederland aangekomen – pasta van maakt. Jazeker, pasta zoals die in Italië wordt gegeten. Alleen dan gezonder. Een vinding waar Oegandese boeren aan verdienen, Nederlanders gezonder door eten en die ik zou willen kopen. Behalve dat het Sean bijna niet lukt om zijn product tegen een eerlijke prijs op de Nederlandse markt te brengen: hij loopt tegen het bijna-monopolie van Albert Heijn en Jumbo aan.
Dit is de eerste aflevering van mijn zoektocht. Naar het overzicht.
In het kort
Voor zijn pastamerk ‘Gabanna Pasta’ koopt Sean Patrick groene bananen van Oegandese boeren. Hij vermaakt deze tot plantaardige pasta voor consumenten in Europa. In zijn poging zijn waar in Nederland op de markt te brengen loopt Sean aan tegen het bijna-monopolie van onze twee grootste supermarkten, Albert Heijn en Jumbo. Hun marktmacht maakt het voor Sean als klein, nog nauwelijks bestaande speler, bijna onmogelijk zijn product tegen een eerlijke prijs te verkopen.
Voor zijn nieuwe pastamerk ‘Gabanna Pasta’ koopt Sean bananen in bij boeren in Oeganda. Geen gele bananen, zoals we die hier bij de supermarkt kopen, maar groene bananen: een geur- en smaakloze groente die in Europa eigenlijk niet zo bekend is. Volgens Sean is de groene banaan, ook wel ‘kookbanaan’ genoemd, Afrika’s meest geteelde maar ook meest onderbenutte groente.
Sean koopt de banaan in bij de boer zelf en vermaalt deze tot bloem, in Oeganda. Zo kan hij het product makkelijk opslaan buiten de koeling en heeft het verschepen ervan geen haast. Eenmaal in Nederland aangekomen, maakt hij pasta die veel voedzamer en gezonder is dan de pasta die we kennen uit Italië.
Verreweg de meeste Nederlanders hebben meer dan genoeg te eten. De makers van dat eten echter kunnen vaak maar net aan rondkomen. Of net niet. Of helemaal niet.
Ik vind dat niet oké: eten is één van onze belangrijkste levensbehoeften en daarmee eigenlijk veel belangrijker – en waardevoller – dan veel van de dingen waar in onze samenleving geld mee wordt verdiend.
Eten zou een goed salaris moeten opleveren voor de makers ervan.
Daarom ben ik op zoek: hoe kunnen we de economie zo inrichten dat een eerlijke prijs voor de makers regel wordt?
Ik nodig je van harte uit om met me mee te zoeken, om je vragen te stellen en om je kijk te delen op een eerlijke waardering van de makers van ons eten. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan onder dit artikel.
Bijna-monopolie
Sean verkoopt een product met een verhaal, dat is duidelijk. En juist ómdat hij gelooft in de waarde van zijn product en het werk van de Oegandese boeren bij wie hij inkoopt, krijgt hij zijn product bijna niet verkocht aan Nederlandse supermarkten. Sean: “In Nederland hebben de twee grootste supermarkten, Albert Heijn en Jumbo, een bijna-monopolie. Gemiddeld verdienen ze een marge van zo’n 20-30 procent op droogwaren, producten zoals de pasta die ik produceer. De kleinere supermarkten volgen hen. Dit maakt het voor mij als klein, nog nauwelijks bestaand bedrijf, bijna onmogelijk om mijn product tegen een goede prijs te verkopen. Normaal gesproken zou ik als verkoper bij een inkoper aankloppen en hem mijn product aanbieden voor een bepaald bedrag. Door de positie die supermarkten hebben kan dat niet. Zij bepalen wat ik krijg voor mijn product. Daarnaast betaal ik voor het aanprijzen van mijn product in de winkel zelf. Of als ik een plekje in de Allerhande wil, bijvoorbeeld.”
Interview
In dit Engelstalige interview gaat Sean dieper in op…
…de herkomst van zijn product: hoe hij groene bananen vermaakt tot een gezonde pastavariant;
…de leegloop van de Afrikaanse landbouwsector door de betaling van te lage lonen, die hij linkt aan…
…het bijna-monopolie van Albert Heijn en Jumbo. Door de macht van deze twee supermarkten lukt het Sean niet om zijn product te verkopen tegen een prijs waarmee hij de Oegandese boeren bij wie hij inkoopt, eerlijk kan betalen.
Sean legt uit dat er nog een aspect is dat zijn positie ondermijnt. “Een supermarkt kan mij benaderen en zeggen: ‘wij willen je pasta inkopen en wel tegen dit bedrag.’ Als producent krijg ik weinig marge, maar kies ik eieren voor mijn geld. Ik heb de toegang tot hun winkels nodig en ik houd mezelf voor dat het wel goedkomt als ik veel produceer. Tot ik op één of andere manier niet meer aan de voorwaarden van de supermarkt kan voldoen en ze niet meer bij me willen inkopen. Supermarkten spelen het spel volgens regels die ze zelf bepalen.”
Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
Slikken
“Daarnaast nemen huismerken een steeds belangrijkere rol in bij supermarkten. Je hoort nogal eens dat huismerken goedkoper zijn en daarom beter zouden zijn. Consumenten zijn zich er echter vaak niet bewust van dat iemand dit prijsverschil moet slikken. En dat is de producent. Supermarkten willen geen verlies draaien. Als je dus een goedkoper product ziet betekent dit dat het prijsverschil verschoven is naar elders in de keten. En als je niet uitkijkt als producent, bereken je het prijsverschil zomaar door naar de boeren waar je inkoopt. Als voedselproducent wil ik een eerlijke prijs voor consument, producent en boer.”
“Supermarkten spelen het spel volgens regels die ze zelf bepalen.”
“Daarom gaan we bij Green Banana Food het gesprek aan over de echte kosten van eten: als een product goedkoop is, betekent dit niet dat het daadwerkelijk goedkoop is. Er bestaat een goede kans dat iemand anders heeft toegelegd zodat jij goedkoper uit bent. Hetzelfde gebeurt in de kledingindustrie. Het is belachelijk dat je bij Hema voor €5 een T-shirt kunt kopen. Iemand heeft dit moeten slikken. Het is een economie die we niet moeten willen.”
Hoe kan ik helpen?
Als ik Sean vraag of het klopt dat ik mezelf én Oegandese boeren help door zijn pasta te eten, krijg ik de wind van voren. Sean: “Jij helpt de boer niet, de boer helpt jou. Ik denk dat we ons denken over ‘helpen’ moeten veranderen en ingrediënten en basisproducten opnieuw op waarde moeten leren schatten. Helpen betekent dat je iemand die iets niet kan, een hand toereikt. Maar dat doet geen recht aan de waarde die door boeren in ons product is gestopt. Als de boer er niet was geweest, zou de groene banaan er ook niet zijn geweest. Je koopt niet van iemand die zielig is, maar van iemand die met trots ergens voor heeft gewerkt.”
Sean helpt me om opnieuw na te denken over waarde. Hoe werkt dat eigenlijk? Wat maakt dat een product waarde heeft? Ook heeft hij een hele praktische tip voor me. Hij gelooft namelijk dat ik als consument de mogelijkheid heb om iets te doen aan het bijna-monopolie van Albert Heijn en Jumbo.
Macht verdelen
Sean: “Sinds een aantal jaar kun je online boodschappen doen, bijvoorbeeld bij Picnic of Stockon. Deze kleine online platforms hebben niet de macht om grote marges naar zich toe te trekken en hebben het voordeel dat ze geen winkelruimtes hoeven te huren, waardoor jij als consument goedkoper uit bent. Daarnaast heb je ook kleinere ketens op de hoek van de straat, zoals Marqt en STACH. Met dit soort ketens heb ik als producent een persoonlijke relatie en kan de waarde van mijn product tot zijn recht komen. Mijn ideaalplaatje is een economie van kleine ketens die lokaal inkopen én verkopen. Zo kunnen we de macht verdelen en iets doen aan de huidige situatie. Ik zou je aanraden om eens te kijken welke lokale keten bij jou past!”
Wat kun jij doen?
Sean geeft een aantal hele praktische tips mee. Wat kun jij doen om een eerlijke betaling van producenten in de keten te bevorderen?
Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…
…of deel mijn zoektocht: