Voor de troepen uit pleit Ruben Bringsken, directeur van conservenfabriek Baltussen, voor vergaande digitalisering bij voedselproducenten, intensieve samenwerking van land tot klant en een voor de consument zo transparant mogelijke keten. Alleen zo kan de macht wat Ruben betreft eerlijk over de keten worden verdeeld. Hoe denkt de directeur van één van Nederlands drie resterende conservenfabrieken over de waardering van de makers van ons eten?
Dit is de twaalfde aflevering van mijn zoektocht. Naar het overzicht.
In het kort
We willen zo goedkoop mogelijk eten, supermarkten bieden ons dat aan en boeren schatten hun eigen product niet op waarde: Ruben Bringsken wijt ons verstoorde waardedenken aan een samenspel tussen deze drie. Hij pleit voor intensievere samenwerking in de keten en een bij producenten actievere houding ten aanzien van databeheersing. Alleen zo, zegt hij, kan een transparante keten realiteit worden en de macht in die keten eerlijk verdeeld worden.
Ik zal de eerste niet zijn die bij het woord conserven een wenkbrauw doet fronsen. (Of is het konserven? Ik twijfelde, maar kom in de Van Dale toch uit op conserven met een ‘c’.) “Mensen denken nogal eens dat onze producten conserveringsmiddelen bevatten”, glimlacht Ruben. “Terwijl onze groenten juist uiterst vers zijn. Vaak een paar uur na de oogst verwerkt. Warmte door stoom is de enige conserveringstechniek waar wij een beroep op doen.”
Wat doet conservenfabriek Baltussen?
Ruben Bringsken geeft leiding aan Baltussen, een onderneming die in 1868 werd opgericht door de familie Baltussen. Hoewel het bedrijf Rubens meest in het oog springende activiteit is, is het bij lange na niet zijn enige. Samen met Marnix ben ik van Rotterdam naar Driel gereden om kennis te maken met de brains achter Jamael Food Group, negen bedrijven die samen handen en voeten geven aan Rubens visie op eten.
Marnix is voormalig student filosofie en start in september zijn master Media & Journalistiek aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Waarom zoekt hij mee naar een eerlijke waardering van de makers achter onze consumptie?
Marnix: “Ik denk dat onderzoeksjournalistiek belangrijk is om inzicht te geven in complexe onderwerpen, zodat mensen niet zomaar alles accepteren wat er gebeurt. De voedselindustrie is er daar een van. Er is steeds meer erkenning voor de onrechtvaardigheden in die sector, en het is inspirerend om mee te kijken hoe je dat aan het licht brengt.”
Wil je ook een keer mee naar een interview? Klik dan hier.
Ruben: “In Baltussen alleen kan ik mijn ideeën niet kwijt, maar het bedrijf is een belangrijk onderdeel van een grotere visie.”
Neerstrijkend in de bescheiden vergaderkamer van Baltussen waar een variëteit aan potgroenten de muur bestrijkt, ontdekken we dat het bestaan van deze voedselfabriek een unicum is. In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog ontstond grote vraag naar houdbaar voedsel – hoe actueel – en zagen honderden conservenfabrieken het licht. Nu zijn er daar nog maar drie van over: Baltussen, het alom bekende HAK en Coroos. Baltussen produceert zo’n 50 miljoen potjes groenten per jaar, levert aan bijna alle Nederlandse supermarkten en is mede-initiatiefnemer van het merk Bio+.
Als ik Ruben vraag hoe we de makers van ons eten eerlijker zouden kunnen waarderen zoomt hij uit: hij plaatst de manier waarop zowel consumenten als boeren naar waarde kijken in een breder perspectief.
Verreweg de meeste Nederlanders hebben meer dan genoeg te eten. De makers van dat eten echter kunnen vaak maar net aan rondkomen. Of net niet. Of helemaal niet.
Ik vind dat niet oké: eten is één van onze belangrijkste levensbehoeften en daarmee eigenlijk veel belangrijker – en waardevoller – dan veel van de dingen waar in onze samenleving geld mee wordt verdiend.
Eten zou een goed salaris moeten opleveren voor de makers ervan.
Daarom ben ik op zoek: hoe kunnen we de economie zo inrichten dat een eerlijke prijs voor de makers regel wordt?
Ik nodig je van harte uit om met me mee te zoeken, om je vragen te stellen en om je kijk te delen op een eerlijke waardering van de makers van ons eten. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan onder dit artikel.
Weg bij het volumedenken
“Omdat onze maatschappij is ingericht op goedkoop voedsel en de prijs van eten laag is, zijn boeren gewend veel te produceren. Alleen door op grote schaal te opereren kunnen ze nog enigszins een boterham verdienen. Dat denken moet op de schop. We moeten weg bij het alleen maar volumedenken en terug naar de intrinsieke waarde van ons voedsel. Het evenwicht tussen volume en prijs moet hersteld worden. Dat bereik je alleen door uit te gaan van de kosten die de boer moet maken om op een gezonde manier – niet zoals boeren nu vaak ten koste van de aarde werken – te telen. Dat is de prijs die we zouden moeten betalen voor ons eten.”
Bij het CBS ontdekte ik eerder al dat boeren steeds minder beloond worden voor hun arbeid. “Sinds 1990 ligt de inkomensontwikkeling per arbeidskracht substantieel lager in de landbouw dan in de rest van Nederland”, ontdekte ik toen ik landbouweconoom Cor Pierik interviewde.
De bril die de supermarkt ons opzette
Ruben voegt daar een dimensie aan toe. Hij constateert niet alleen dat we de makers van ons eten stelselmatig onderwaarderen, maar gaat ook in op de gevolgen ervan voor de kwaliteit van ons eten. “Onlangs bezocht ik een biologische tomatenteler die in de top van zijn segment produceert, maar zijn volledige oogst exporteert. Dat doet hij omdat Nederlanders niet bereid zijn te betalen voor kwalitatief hoogwaardig voedsel. Voedsel van de beste kwaliteit verlaat ons land om plaats te maken voor minderwaardige varianten. Het is de wereld op z’n kop.”
“Als we de kosten van voedsel transparant zouden maken zou de prijs er aan de kassa heel anders uitzien.”
Directeur conservenfabriek Baltussen Ruben Bringsken Tweet
Dat we in Nederland ons eten en de makers ervan niet waarderen staat niet los van de rol die supermarkten spelen. “We zijn het zicht op de waarde van ons eten kwijt omdat we die waarde bezien door de bril die supermarkten ons opzetten. Supermarktprijzen zijn veel te laag. Boeren kunnen er hun kosten niet mee dekken. Het gevolg van die veel te lage prijzen is dat ons denken over waarde verstoord raakte. Supermarkten hebben hun geheel kloppend, maar spelen met prijzen van individuele producten. Als we de kosten van voedsel transparant zouden maken zou de prijs er aan de kassa heel anders uitzien.”
Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
Supermarktsafari
Intensieve samenwerking ontbreekt als het aan Ruben ligt en is dan ook een van de routes waarlangs hij naar een eerlijker voedselsysteem wil. “Samenwerken is mijn pleidooi voor de komende decennia. In mijn praktijk liep ik er tegen aan dat boeren vooral aandacht hadden voor hun product tot het moment dat het op de vrachtwagen werd gezet. Wat er daarna gebeurde, leek minder hun aandacht te genieten. Bij Baltussen echter hebben we een fabriek staan en die moet gewoon continu draaien. Een kink in de kabel maakt de kosten om een product naar de markt te brengen veel te hoog.”
Het tegengif? Ruben nam zijn leveranciers mee op supermarktsafari. “Consumenten schatten hun voedsel niet op waarde. Maar boeren zijn evenzeer debet aan een ongezonde manier van denken over de waarde van eten. Ze herkennen in hun product niet altijd de waarde die het aan het einde van de keten geniet. En communiceren dus niet altijd vanuit die waarde. De waarde die de eindklant aan een product toekent moet onderdeel worden van het totaalplaatje van de boer. Denken vanuit de wensen van de klant en van daaruit terugredeneren naar het erf en de keuzes die je er maakt.”
“De keiharde realiteit zal zijn dat als je als boer doet wat je altijd gedaan hebt, je niets meer krijgt.”
“Een vaak onuitgesproken maar wijdverspreide boerengedachten is dat als je doet wat je altijd gedaan hebt, je zult krijgen wat je altijd gekregen hebt. In de tijden die voor ons liggen zal dat niet meer gelden. De keiharde realiteit zal zijn dat als je doet wat je altijd gedaan hebt, je niets meer krijgt.”
Hand in hand met intensievere samenwerking in de keten gaat voor Ruben de inzet op databeheersing. “In de toekomst die we binnenwandelen is de markt in handen van de partijen die de data bezitten.”
Met data de regie over de voedselketen herwinnen
“Van oudsher hadden we als producenten de regie over de voedselketen. Inmiddels zijn het de supermarkten die data verzamelen over consumentengedrag en de touwtjes in handen hebben. Ze voeren analyses uit en weten precies hoe klanten kiezen, maar delen die gegevens niet met hun leveranciers. De digitale revolutie biedt een kans om die leiderschapsrol terug te veroveren. Maar dan moeten we ons wel actief opstellen. Doen we dat niet, dan worden we omver gewalst door de logistieke en technologiebedrijven. Eigenlijk gebeurt dat al.”
Ruben vindt dat het vooral middels samenwerking is dat voedselproducerende partijen de leiderschapsrol dienen terug te pakken. “De macht mag zich niet concentreren op maar enkele punten in de keten, zoals bij supermarkten en zaadleveranciers. We zouden de macht in plaats daarvan uit handen moeten geven aan de consument en vergaande transparantie moeten doorvoeren. Als voedselsector hebben we de verantwoordelijkheid om de consument een eerlijk verhaal te vertellen. Als we die verantwoordelijk nemen, kan de consument een goede keuze maken.”
“Als voedselsector hebben we de verantwoordelijkheid om de consument het eerlijke verhaal te vertellen.”
Volgens Ruben heeft het gebrek aan transparantie een belangrijk aandeel in onze maatschappelijke onderwaardering van voedsel. En is transparantie de eerste stap richting de hervorming van de voedselketen. Zelf vraag ik me eerlijk gezegd af hoeveel verschil transparantie echt zal maken, in ieder geval voor de consument. Ons voedselsysteem is zeer complex. Ik ben me er nu al een tijdje in aan het verdiepen en heb nog steeds het idee dat ik nog maar het topje van de ijsberg zie. Je écht verdiepen in de wereld achter je eten vergt grote inspanning. Ik vraag me af of consumenten en masse de moeite zullen nemen om zich de herkomst van hun eten eigen te maken, zelfs als de informatie hen op een presenteerblaadje wordt aangeboden.
Laten zien dat het anders kan
Hoe dan ook druisen Rubens ideeën over de toekomst van ons eten dwars tegen de belangen van gevestigde partijen in. Handelaren – waaronder supermarkten – zijn geen voorstander van transparantie. Transparantie zet hun bestaansrecht op de tocht, ziet ook Ruben. Hoe wil hij die verandering van denken dan in hemelsnaam voor elkaar boksen? Ruben: “Dat wil ik niet. Dat kan ik ook niet. Ik geloof niet in vechten, maar in verandering die voortvloeit uit het goede doen en laten zien dat deze manier beter werkt voor alle partijen.”
Wat me inspireert aan Ruben is dat hij zijn woorden leeft. Dat hij de verandering die hij beoogt, zelf belichaamt. Zo lukte het hem als mede-initiatiefnemer van het merk Bio+ om het biologische segment uit de geitenwollensokkensfeer te trekken en retailers ervan te overtuigen dat biologische producten zakelijke potentie hebben. Het biologische marktsegment is de afgelopen jaren gegroeid. Niet alleen door de inzet van Ruben en zijn team, maar wel mede door.
Ruben vindt dat onze wereld ondernemers nodig heeft die durven investeren in een betere toekomst. En hij wil voor de troepen uit lopen. “Als ik stil blijf staan verandert er nooit iets. Ik ben dan wel geen levensmiddelengigant, maar vanuit mijn beperkte spanwijdte, vanuit de invloed die mij gegeven is, wil ik laten zien dat het anders kan.”
Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…
…of deel mijn zoektocht:
Beelden Ruben Bringsken: Maurice van der Spek | beelden fabriek: Baltussen.