Ik ben op zoek naar de makers van ons eten omdat ik benieuwd ben hoe het de mensen achter onze aankopen vergaat. Hoe ervaren de gastarbeiders in het Westland hun (werkende) leven? Dat wil ik weten als ik op een koude, grijze donderdagmorgen in de auto stap.
Eenmaal in de regio navigeer ik naar Monster – die plek had ik van tevoren in gedachten. Ik kom langs Flora Holland, de vele kassen waarvan de ramen verhullend zijn afgeplakt en ben onderweg met de ontelbare vrachtwagens die goederen af en aan brengen.
Ik parkeer en spreek de man aan de overkant van de straat aan. Een bewoner van middelbare leeftijd die zijn brievenbus opent. “De mensen die in de kassen werken? Dan moet je bij de uitzendbureaus en Polenhotels zijn”, zegt hij. Ook goed om te weten: dit is niet het seizoen.
Ik maak rechtsomkeer en rijd naar het ‘Polenhotel’ in Maasdijk: een grijs, grauw gebouw dat afsteekt tegen de omgeving van distributiecentra en doet denken aan een gevangenis. Afgebakend door een sloot, antennes op het dak.
Dat gevoel wordt bevestigd als ik mijn auto op het verder onafgesloten terrein probeer te parkeren. In niet mis te verstane woorden word ik erop gewezen dat ik niet welkom ben en mijn auto weggesleept zal worden als ik geen medewerker of bezoeker van NL Jobs ben. Ik waag het er toch op.
op zoek naar de makers
Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
Bij de bushalte pal tegenover het hotel maak ik een praatje met een dame die eruitziet alsof ze in het hotel verblijft. Althans, ik probeer een praatje te maken. “Mag ik u wat vragen”, vraag ik in het Engels, zonder succes. Dan in het Nederlands. Ook niet. “Parlez-vous français ?” We moeten allebei kostelijk lachen. Roemeens en Russisch, is wat ze spreekt. Ik moest toch maar eens aan mijn Russisch gaan werken dan…
De maandagochtend erop, even grijs en grauw, keer ik terug naar de bushalte tegenover Hotel Westland. De halte lijkt me uitermate geschikt om gastarbeiders te ontmoeten. Het hotel zelf kom ik namelijk niet binnen. “Ik ben in de buurt voor werk en zou volgende week graag een kamer huren”, is mijn openingszin als ik het 0174-nummer bel dat vermeld staat op Google Maps.
Een medewerker van NL Jobs, het uitzendbureau waar je uitkomt als je hotelwestland.nl intypt of het bijgaande telefoonnummer belt, moet me teleurstellen. “Wij stellen huisvesting beschikbaar voor arbeidsmigranten. Momenteel zitten we vol. Daarbij zijn we niet echt een toerismehotel.” Het komt wel voor dat hij leegstaande kamers verhuurt aan particulieren, als dat kan. “Maar voorlopig is dat niet aan de orde. We hebben werk en mensen zat. Ik kom eerder ruimte tekort dan dat ik kan doorverhuren.”
De bushalte, waar ik mezelf opstel in de hoop gastarbeiders te ontmoeten, stelt ook teleur. Wel tref ik een deel van iemands huisraad, zo lijkt het. Een boodschappentas met daarin een bierflesje, handdoeken en pannen; daarnaast een pan nog gevuld met de restanten van wat eerdaags een maaltijd was; een warmhoudbeker met koffie of thee die niet langer warm is. “We love tomatoes”, staat er op de rug van de trui die op het bankje is achtergelaten.



Ik pak de bus want in de tijd dat ik sta te wachten komt niemand opdagen en ik hoop toch ‘hotelgasten’ te kunnen spreken. Misschien iemand die onderweg is naar het hotel? Bij de volgende halte stap ik uit en pak dezelfde lijn terug. Niemand waar ik een praatje mee kan maken.
Wel zie ik bij de volgende bushalte ineens de Jeep van handhaving geparkeerd staan die ik eerder die ochtend voorbij zag rijden. In de tijd dat ik stond te wachten reden twee zulke auto’s voorbij. De handhavers kunnen me vast meer vertellen over de mensen die ik zoek. Ik wacht een uur in de kou maar geen handhaver te bekennen.
’s Middags op kantoor bel ik gemeente Westland om dezelfde vragen te stellen. De mevrouw die me te woord staat kan ze helaas niet beantwoorden.
Waardeer je mijn werk?
Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…
…of deel mijn zoektocht:
Lees verder:

Was het een goede keuze om naar Nederland te komen?
Ik keer terug naar het Westland om te ontdekken hoe gastarbeiders er hun (werkende) leven ervaren.