De bushalte tegenover ‘Hotel Westland’, die een al bijna iconisch status verwierf tijdens mijn zoektocht, blijkt ook voor mijzelf een uitgelezen startpunt in mijn verkenning van het Westland. Ik keer terug in de hoop te ontdekken hoe gastarbeiders er hun (werkende) leven ervaren, ditmaal per bus.

Als ik uitstap spreek ik een goed geklede jongeman aan. Misschien een detail, maar hij ruikt lekker. Een Oekraïner die in Hotel Westland woont. Hij lacht vriendelijk doch ongemakkelijk wanneer ik een gesprek initieer. Gelukkig biedt Google translate uitkomst. Ik mag hem vergezellen naar zijn verblijf en stel onderweg een paar vragen.
De modebewuste Oekraïner vluchtte niet voor de oorlog, maar kwam naar Nederland om te werken. Zo’n vijf maanden woont hij nu in hotel Westland. En heeft het er naar zijn zin. Overdag werkt hij voor Nippon Express als chauffeur op een, wat ik uit zijn woorden opmaak, heftruck.
Als we aankomen zit voor de ingang van het hotel een man koffie te drinken en te roken. Ik bedank de Oekraïner voor zijn gezelschap en schuif aan tafel bij de roker. Een man uit Moldavië die sinds twee maanden in Nederland woont.
op zoek naar de makers
Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
In de tijd die ik met de Moldaviër doorbreng zie ik hoe gasten gebruik maken van een pas om het hotel binnen te komen en te verlaten. Dus bel ik aan. Eén van een aantal receptionisten verlaat zijn post om de deur voor mij te openen en me te woord te staan.
Ik leg uit wat ik kom doen en vraag of het mogelijk is gastarbeiders te spreken. Nog zonder het woord journalist in de mond genomen te hebben vertelt de receptionist dat ik hier niet mag werken zonder toestemming van het hoofdkantoor. Hij verwijst me naar de hoofdvestiging van uitzendbureau NL Jobs, dat op iets meer dan een kilometer afstand blijkt te liggen.
Wat me opvalt als ik van hotel Westland naar dat kantoor loop is de woonwijk die ik doorkruis. In alles een perfecte weerspiegeling van hoe wonen er voor de meeste Nederlanders uitziet: ik passeer rijtjes- en vrijstaande huizen, een kinderdagverblijf en een basisschool. Op naambordjes staan Nederlandse namen. Niets doet denken dat op enkele honderden meters afstand gastarbeiders wonen en werken. Het zijn gescheiden werelden.
Tekst loopt door onder afbeelding

Aangekomen bij NL Jobs – wat een treffende naam overigens, “banen in Nederland” – meld ik me bij de receptie. Een duidelijk niet uit Nederland afkomstige dame spreekt, hoewel met accent, perfect Nederlands. Een paar minuten later stel ik mezelf voor aan de communicatiemanager van de organisatie.
NL Jobs werkt graag mee aan het eerlijke verhaal en wil interviews faciliteren, vertelt hij, ook als geïnterviewden over aspecten van hun werk en leven in Nederland minder tevreden zijn.
Momenteel is het laagseizoen; het hoogseizoen begint in week 13. Een goed dus moment om een aantal gastarbeiders te spreken, aldus de manager. Hij vertelt dat veel kwekers door de hoge gasprijzen hun verwarmingen uitzetten, en er zo opnieuw een seizoensdynamiek ontstond in het Westland.
NL Jobs is nu al druk met het werven van personeel. “Als je in week 13 begint ben je te laat. We proberen mensen nu al naar Nederland te krijgen en hen in de tussentijd een werkweek van 25 à 30 uur te bieden, in de hoop dat ze blijven zodra het druk wordt.”
De meeste gastarbeiders vragen NL Jobs zowel werk als onderdak voor hen te vinden. “Je weet hoe moeilijk het is om een huis te vinden in Nederland. Voor gastarbeiders is dat niet anders.”
Seizoenswerkers zijn vrij om te komen en te gaan, zegt de communicatiemanager tot slot. “Er zijn 101 redenen waarom iemand vertrekt. Soms stapt iemand de kas in en denkt, ‘dit is anders dan ik had gedacht.’ Soms kunnen mensen elders beter werk krijgen. Of er is iets met de familie aan de hand.”
Waardeer je mijn werk?
Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…
…of deel mijn zoektocht:
Lees verder:

Kweker: “De journalisten verpesten het voor zichzelf”
“Mag ik een keer meelopen met de gastarbeiders op uw bedrijf?” Dat is de vraag waarmee ik op dinsdagmiddag 21 februari afreis naar het Westland. Wanneer ik de eerste kwekerij binnenstap en mijn vraag stel, hangt de argwaan in de lucht.