“Mag ik een keer meelopen met de gastarbeiders op uw bedrijf?” Dat is de vraag waarmee ik op dinsdagmiddag 21 februari afreis naar het Westland.
Mijn eerste stop: uitzendbureau West team B.V. Ik word ontvangen door een vriendelijke man van midden dertig met een Turkse achtergrond, schat ik. Ik merk dat hij me graag te woord staat maar gaandeweg het gesprek ontdek ik dat mijn missie lastiger te volbrengen zal worden dan ik van tevoren had gedacht.
Ik laat me vertellen dat kwekers, de klanten van deze uitzender, waarschijnlijk terughoudend zullen zijn. Bedrijven houden er hun eigen methodes op na en ik zou zomaar een incognito medewerker van de concurrentie kunnen zijn die komt uitvogelen wat er achter de afgeplakte ramen van een kas gebeurt, aldus mijn gesprekspartner.
Ik vind het niet zo’n reëel scenario, zeker als ik zou uitleggen wat ik kom doen en kan verwijzen naar opzoeknaardemakers.nl, maar de man houdt voet bij stuk. Hij zegt dat hij het zou kunnen vragen voor me maar ik voel aan alles dat hij zijn klantrelaties niet in de waagschaal wil stellen. Wel geeft hij me deze tip: stel je vraag eens aan een kweker zelf.

De argwaan hangt in de lucht
Dus stap ik weer in de auto, steek de weg over en probeer de ingang te vinden van het glazen complex waar uitzendbureau West team B.V. op uitkijkt. Dat is nog best een uitdaging, de ingang van een kwekerij vinden, merk ik. De ‘voordeur’ is niet altijd zo duidelijk in beeld.
Als ik na een aantal rondjes gereden te hebben de voorkant van het bedrijf vind ontgrendelt een medewerker de schuifdeuren en stel ik mijn vraag. Hij gaat de baas halen.
Wanneer die op me af komt lopen voel ik de argwaan in de lucht hangen. “Daar hebben we geen interesse in. We zijn gewoon met onze mensen bezig en hebben daar geen buitenstaanders bij nodig.” Ik proef iets van wrok in de manier waarop hij zijn gezicht vertrekt bij de dingen die hij zegt. Als ik dat benoem en vraag of er boosheid meekomt in zijn reactie zegt hij: “nee hoor, we hebben gewoon geen interesse.”
Ik word vriendelijk doch ongemakkelijk naar buiten begeleid en stap weer in mijn auto waar ik ‘m geparkeerd had. Een vrachtwagenchauffeur manoeuvreert zijn bolide enkele centimeters langs de mijne – knap op die smalle weggetjes tussen de kassen en sloten! – en ik maak de oversteek naar het volgende bedrijf.
op zoek naar de makers
Laat je je e-mailadres achter? Dan houd ik je op de hoogte van mijn zoektocht.
“Hallo, is daar iemand?”
Ik bel aan en de deur die al van het slot blijkt te zijn wordt van een afstand nogmaals ontgrendeld. Makkelijk binnenkomen hier. Ik ruik meteen de geur van planten en moet in mijn winterjas wennen aan de klamme, warme lucht binnen. Wat een zee aan planten zie ik achter de doorzichtige wand die mij van de daadwerkelijke kas scheid.
De radio staat aan, in de hal waar ik me bevind staan karren planten opgesteld en ik zie niemand. “Hallo, is daar iemand?” Een groepje vrouwen zit verscholen achter de karren die ik al had gezien. Eentje zit er te roken. “Ik ben op zoek naar de bedrijfsleider”, zeg ik in het Nederlands. De vrouw, die duidelijk niet uit Nederland komt maar de taal goed beheerst, verwijst me naar de kantine even verderop.
Ten overstaande van vijf à zes Nederlanders die in de kantine pauze zitten te houden stel ik opnieuw mijn vraag. Het is een beetje ongemakkelijk, zij achterover hangend en ik na mijn vorige ervaring het gevoel dat afwijzing nabij is.
“Ik ben journalist en zou graag een dag meelopen met de gastarbeiders op deze kwekerij”, vraag ik tenslotte. Ik had bij binnenkomst al naar de bedrijfsleider gevraagd en een man die mogelijk binnen tien jaar met pensioen gaat wijst een jongere man aan die zijn zoon zou kunnen zijn. “Daar hebben we geen interesse in”, antwoordt ook hij kortaf.
“De journalisten verpesten het voor zichzelf”
Toch is de sfeer warmer en ontstaat er een gesprekje. De oudere man, die naar ik opmaak de leiding heeft, neemt al gauw het gesprek over. “Ik heb enkel negatieve ervaringen met journalisten”, zegt hij. “Ik lees nooit eens iets positiefs. Ze zetten werkgevers alleen maar in een kwaad daglicht. Terwijl we goed omgaan met onze mensen. Als we dat niet zouden doen, zijn ze zo weg.”
De man wijt zijn gebrek aan vertrouwen in mij aan de ethiek onder journalisten. We hebben een enerverend gesprekje maar aan de uitkomst verandert niets: ik ben niet welkom. Als ik voorstel voorafgaand aan publicatie voor te leggen wat ik opschrijf, wordt ook dat van de hand gewezen. “Aan kennissen van me werd dat ook beloofd maar niet nagekomen. De journalisten verpesten het voor zichtzelf.”
Hoe vriendelijk deze mensen ook zijn, zonder ‘ja’ druip ik af. Het zal nog een flinke klus worden een kweker te vinden die mij toestaat een dag met zijn personeel op te trekken.
Waardeer je mijn werk?
Doe dan een duit in het zakje van de maker ervan…
…of deel mijn zoektocht:
Lees verder:

“Het is een jaar geleden dat de oorlog begon dus mensen zijn niet echt bereid het erover te hebben”
Ik reis opnieuw af naar het Westland met de vraag of ik een keer een dag mee mag lopen op een kwekerij. Ik heb al een aantal afwijzingen achter de kiezen, dus helemaal met een gerust hart begin ik niet aan deze expeditie.
Beeld: Maurice van der Spek